HARLINGEN - In de periode januari 2019 tot en met februari 2021 wordt Harlingen opgeschrikt door een groot aantal, voornamelijk nachtelijke, branden in de Oosterparkwijk en de wijk ‘Plan Zuid’. Het zorgde onder de bewoners van die wijken voor grote angst en onrust. De opluchting is groot wanneer in augustus 2021 een verdachte wordt aangehouden. De 26-jarige verdachte uit Leeuwarden stond vandaag voor de rechter.

Achtergrond

In de beginperiode zijn het voornamelijk brandstichtingen waarbij er sprake is van materiële schade en gevaar voor andere goederen. Het gaat hierbij om onder andere brandstichting aan auto’s, een in brand gestoken bouwkeet en een brand bij een gebouwtje van de ijsvereniging. Vanaf juni 2020 worden de branden gevaarzettender en is er verschillende keren sprake van levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel bij personen. Zo wordt er brand gesticht bij een appartementencomplex voor senioren en een appartementencomplex dat in gebruik is bij de GGZ. Aanvankelijk wordt er niet direct verband gezien tussen de verschillende branden en worden zij ieder afzonderlijk onderzocht.

De officier over het onderzoek: “Vanwege de maatschappelijke impact van de branden en de toenemende ernst en gevaarzetting werd besloten om alle nachtelijke branden in Harlingen vanaf 1 januari 2019 op een rij te zetten en gezamenlijk te analyseren. Uit die analyse bleek dat het ging om 57 branden waarbij er van 22 branden met grote mate van zekerheid gesteld kon worden dat die opzettelijk gesticht waren met behulp van aanmaakblokjes, brandversnellers en doeken.”

Puzzelstukjes

De aanhouding van de verdachte is het resultaat van een combinatie van technisch en tactisch onderzoek dat er uiteindelijk toe heeft geleid dat alle puzzelstukjes die de verschillende (deel)onderzoeken hebben opgeleverd op hun plek zijn gevallen. De officier benadrukt dat zonder de inventiviteit en vasthoudendheid van de politie er wellicht nooit een verdachte was achterhaald.

Het OM houdt de verdachte verantwoordelijk voor 19 branden. Bij vijf van deze branden en één poging daartoe was wat het OM betreft sprake van levensgevaar. De officier: “Het mag gerust een klein wonder genoemd worden dat er bij deze reeks aan branden niet daadwerkelijk doden of zwaar gewonde slachtoffers zijn gevallen. Het is niet aan verdachte te danken dat de branden ieder keer (relatief) tijdig ontdekt werden en geblust konden worden en dat de mensen in veiligheid gebracht konden worden. Dit geldt temeer nu de woningbranden iedere keer woningen betroffen waarin relatief kwetsbare slachtoffers woonachtig waren.”

Traumatisch

Het meemaken van een (woning)brand kan een zeer traumatische ervaring zijn. De slachtoffers kunnen daarvan nog langdurig gevoelens van angst en onveiligheid ondervinden. “Hetgeen in deze zaak ook duidelijk naar voren is gekomen vanuit de diverse slachtofferverklaringen.”

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal zeer ernstige feiten, die diepgaand hebben ingegrepen en nog steeds ingrijpen in het leven van diverse slachtoffers en welke feiten grote maatschappelijke onrust hebben veroorzaakt in Harlingen en omgeving. Vanwege de ernst en de veelheid van deze feiten is wat het OM betreft een gevangenisstraf van lange duur gerechtvaardigd.

Rekening houdend met de persoon van verdachte, en de verminderde toerekenbaarheid, komt de officier tot een strafeis van zeven jaar en TBS met dwangverpleging.