KORNWERDERZAND - Op 15 november a.s. worden in de kazematten drie verhalen verteld. Marieke Douma, Batie van Domburg en Jelle Wesselius zijn de verhalenvertellers. Verhalen met als thema “It Fjoer yn my”. Verzamelen om 19.00 uur in het Bezoekerscentrum van het Kazemattenmuseum Kornwerderzand.
De Kazematten op Kornwerderzand lenen zich uitstekend voor het vertellen van en luisteren naar een verhalen. In kleine ruimtes met maximaal 15 bezoekers ontstaat een intieme sfeer. Drie Kazematten zijn op Verhalenavond open en in alle drie wordt een verhaal verteld. De bezoekers gaan onder begeleiding van de ene naar de andere kazemat.
De verhalen:
1. Waarom “Verliefd op Duits bloed”?
Marieke Douma: “Ik ben een storyteller. In 2023 heb ik het bedrijf Bilde Graphic opgericht, waar ik als filmmaakster, fotografe en grafisch ontwerpster verhalen vertel. Van jongs af heb ik een passie voor schrijven. Op mijn veertiende begon ik met mijn eerste roman: Verliefd op Duits bloed. Leeftijd is geen belemmering voor het waarmaken van een grote droom.”
Verliefd op Duits bloed van Marieke Douma begint in 1940. Lise ontdekt dat haar vader en broer aangesloten zijn bij het verzet van IJsselmuiden. Tegen de zin van haar broer in, sluit ook zij haar aan bij de groep. Haar werk als verzetsstrijdster dreigt in gevaar te komen als de Duitse soldaat Kurt bij haar thuis wordt ingekwartierd. Als ze gedwongen zijn samen onder te duiken, slaat haat langzaam om in liefde. Door de band die ontstaat riskeren ze alles voor elkaar, zelfs als dit hun eigen veiligheid in gevaar brengt.
2. Meerdere tinten bruin en grijs….
Batie van Domburg: “Ik ben een “tweede generatie Indo”. Mijn ouders kwamen 80 jaar geleden naar Nederland. Toen nog als ‘repatriant’: terugkeerders naar een vaderland dat ze nog nooit hadden gezien! Tegenwoordig zouden we hen migranten noemen en in hun specifieke geval misschien wel asielzoekers. Vader van Domburg was namelijk militair en diende in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, het KNIL en ook na terugkeer in Nederland bleef hij militair.
Mijn wieg stond in Bergen op Zoom en alle leden van het gezin, vader, moeder, broertjes en zusjes deden hun best om zo goed mogelijk te assimileren in een samenleving waar ze ‘per ongeluk’ in terecht waren gekomen. Over de Indische periode van mijn ouders kreeg ik vrijwel niets mee. Inmiddels de 70 gepasseerd probeer ik ‘mijn’ geschiedenis te reconstrueren. Hiervoor gebruik ik fragmenten uit mijn herinneringen als kind, de spaarzame ontboezemingen van mijn ouders over hún jeugd. De huidige belangstelling voor de Nederlandse koloniale periode maakt het beeld ook iets minder diffuus. Vandaag komt ik alvast tot de conclusie dat er meerdere tinten bruin en grijs zijn: hoe kleurnuances bepalend zijn voor de vraag hoe we naar onszelf en naar de ander kijken.”
3. De Dagboeken van Sjoerd Reitsma
Jelle Wesselius vertelt over de dagboeken van Sjoerd Reitsma, die lange tijd na de 2e Wereldoorlog door de broers Reitsma/Wesselius zijn overgetypt en vertaald en daarna uitgegeven als boek. Nadat Sjoerd Reitsma in 1950 was overleden bleef zijn vrouw Froukje achter met zes jonge kinderen. Daarna kreeg zij een relatie met Jelle Wesselius sr., er werden nog twee kinderen geboren.
In de dagboeken vertelt Sjoerd Reitsma over de belevenissen, die hij samen met zijn vrouw Froukje Ykema tijdens de 2e Wereldoorlog heeft meegemaakt. De schriftjes zijn na de oorlog in een diepe kastlade terechtgekomen. De eerste 30 jaar wordt er nauwelijks over het oorlogsverleden gesproken. Dat spreken begint pas wanneer de kleinkinderen vragen beginnen te stellen over de Tweede Wereldoorlog, waarna de schriftjes van Sjoerd Reitsma uit de kastlade tevoorschijn werden gehaald. Zijn kinderen vonden dat het verhaal een breder publiek moest bereiken en daarom het boek.
Omdat er voor een beperkt aantal bezoekers plek is, is aanmelden van tevoren noodzakelijk. Dat kan via email bij Marijke Baarda: marijkebaarda@ziggo.nl en graag vóór 13 november 2024.